EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015R1006

Verordening (EU) 2015/1006 van de Commissie van 25 juni 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 wat de maximumgehalten voor anorganisch arseen in levensmiddelen betreft (Voor de EER relevante tekst)

PB L 161 van 26.6.2015, p. 14–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 24/05/2023; stilzwijgende opheffing door 32023R0915

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2015/1006/oj

26.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 161/14


VERORDENING (EU) 2015/1006 VAN DE COMMISSIE

van 25 juni 2015

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 wat de maximumgehalten voor anorganisch arseen in levensmiddelen betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot vaststelling van communautaire procedures inzake verontreinigingen in levensmiddelen (1), en met name artikel 2, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie (2) stelt maximumgehalten voor bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen vast.

(2)

Het Wetenschappelijk Panel voor contaminanten in de voedselketen (Contam-panel) van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft op 12 oktober 2009 een wetenschappelijk advies over arseen in levensmiddelen (3) uitgebracht. In dit advies heeft het Contam-panel geconcludeerd dat de door het Gezamenlijk Comité van deskundigen voor levensmiddelenadditieven van de FAO/WHO (Jecfa) vastgestelde voorlopige toegestane wekelijkse inname (PTWI) van 15 μg/kg lichaamsgewicht niet langer aangewezen is, aangezien bepaalde gegevens aantonen dat anorganisch arseen long-, urineblaas- en huidkanker veroorzaakt en er een aantal negatieve effecten zijn gemeld bij blootstellingen die lager zijn dan die welke door het Jecfa zijn beoordeeld.

(3)

Het Contam-panel heeft een aantal waarden tussen 0,3 en 8 μg/kg lichaamsgewicht per dag vastgesteld als onderste betrouwbaarheidsgrens van de benchmarkdoses (BMDL01) voor long-, urineblaas- en huidkanker en voor huidletsels. Het wetenschappelijke advies heeft geconcludeerd dat de geschatte inname via voeding van anorganisch arseen voor gemiddelde en grote consumenten in Europa binnen het bereik van de vastgestelde BMDL01-waarden ligt, en dat er dus weinig of geen blootstellingsmarge is, zodat een risico voor sommige consumenten niet kan worden uitgesloten.

(4)

Het wetenschappelijk advies heeft grote consumenten van rijst in Europa (o.a. bepaalde etnische groepen) en kinderen onder de drie jaar geïdentificeerd als het meest blootgesteld aan anorganisch arseen via de voeding. De blootstelling via de voeding (met inbegrip van rijstproducten) aan anorganisch arseen van kinderen jonger dan drie jaar ligt naar schatting 2 tot 3 maal hoger dan wat bij volwassenen is vastgesteld.

(5)

Aangezien de analyse van anorganisch arseen betrouwbaar is voor rijst en rijstproducten, moeten maximumgehalten worden vastgesteld voor anorganisch arseen in rijst en rijstproducten. Er moeten gedifferentieerde maximumgehalten worden voorgesteld met betrekking tot het gehalte aan arseen.

(6)

De wetenschappelijke informatie over de noodzaak van een specifiek maximumgehalte voor voorgekookte volwitte rijst is van zeer recente datum. Daarom moeten de lidstaten vóór 1 januari 2018 aanvullende gegevens verzamelen over het gehalte aan anorganisch arseen van dit product om te bevestigen dat voor dit product een specifiek maximumgehalte moet worden vastgesteld en om de maximale limiet opnieuw te beoordelen.

(7)

De gegevens over de aanwezigheid van anorganisch arseen tonen aan dat rijstwafels, rijstvellen, rijstcrackers en rijstkoeken hoge gehalten aan anorganisch arseen kunnen bevatten en dat deze producten een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de blootstelling via de voeding van zuigelingen en peuters. Daarom moet een specifiek maximumgehalte voor deze producten worden overwogen.

(8)

Rijst is een belangrijk ingrediënt in een groot aantal levensmiddelen voor zuigelingen en peuters. Bijgevolg moet een specifiek maximumgehalte worden vastgesteld voor dit product bij gebruik als ingrediënt voor de productie van dergelijke levensmiddelen.

(9)

De lidstaten en de exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten de tijd krijgen om zich aan de nieuwe vastgestelde maximumgehalten van deze verordening aan te passen. De toepassing van de maximumgehalten aan arseen moet daarom worden uitgesteld.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

De maximumgehalten voor arseen in onderafdeling 3.5 (Arseen (anorganisch)) van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1881/2006, zoals gewijzigd bij deze verordening, zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2016.

Levensmiddelen die niet aan deze maximumgehalten voldoen, maar die vóór de datum van toepassing van deze verordening wettelijk in de handel zijn gebracht, mogen na die datum in de handel blijven tot aan hun datum van minimale houdbaarheid of uiterste gebruiksdatum.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 juni 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 37 van 13.2.1993, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).

(3)  Wetenschappelijk advies over arseen in levensmiddelen. EFSA Journal 2009; 7 (10): 1351.


BIJLAGE

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De volgende onderafdeling wordt toegevoegd na onderafdeling 3.4: Tin (anorganisch):

„3.5

Arseen (anorganisch) (50) (51)

 

3.5.1

Niet voorgekookte volwitte rijst (gepolijste of witte rijst)

0,20

3.5.2

Voorgekookte en gedopte rijst

0,25

3.5.3

Rijstwafels, rijstvellen, rijstcrackers en rijstkoeken

0,30

3.5.4

Rijst bestemd voor de productie van voedingsmiddelen voor zuigelingen en peuters (3)

0,10”

2)

De volgende voetnoten 50 en 51 worden toegevoegd:

„(50)

Som van As(III) en As(V).

(51)

Rijst, gedopte rijst, volwitte rijst en voorgekookte rijst als omschreven in de Codex Stan 198-1995.”.


Top