EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015R1940

Verordening (EU) 2015/1940 van de Commissie van 28 oktober 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 wat betreft de maximumgehalten aan moederkorensclerotiën in bepaalde onbewerkte granen en de bepalingen betreffende toezicht en rapportage (Voor de EER relevante tekst)

PB L 283 van 29.10.2015, p. 3–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 24/05/2023; stilzwijgende opheffing door 32023R0915

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2015/1940/oj

29.10.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 283/3


VERORDENING (EU) 2015/1940 VAN DE COMMISSIE

van 28 oktober 2015

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 wat betreft de maximumgehalten aan moederkorensclerotiën in bepaalde onbewerkte granen en de bepalingen betreffende toezicht en rapportage

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot vaststelling van communautaire procedures inzake verontreinigingen in levensmiddelen (1), en met name artikel 2, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie (2) zijn de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen vastgesteld.

(2)

Het Wetenschappelijk Panel voor contaminanten in de voedselketen (hierna „Contam-panel” genoemd) van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (hierna „EFSA” genoemd) heeft een advies over moederkorenalkaloïden in levensmiddelen en diervoeders (3) uitgebracht. Het Contam-panel heeft een acute referentiedosis van 1 μg/kg lichaamsgewicht en een toelaatbare dagelijkse inname van 0,6 μg/kg lichaamsgewicht voor de groep vastgesteld.

(3)

De aanwezigheid van moederkorenalkaloïden in granen houdt in zekere mate verband met de aanwezigheid van moederkorensclerotiën in granen. Deze verhouding is niet absoluut, aangezien moederkorenalkaloïden ook aanwezig kunnen zijn in het stof van moederkorensclerotiën dat door de granen geadsorbeerd wordt. Daarom is het belangrijk om maximumgehalten vast te stellen voor moederkorensclerotiën als eerste stap bij het verzamelen van verdere gegevens over de aanwezigheid van moederkorenalkaloïden in granen en graanproducten. Het is evenwel erkend dat ook als dit maximumgehalte voor moederkorensclerotiën in acht wordt genomen dit nog niet garandeert dat de levensmiddelen veilig zijn wat de aanwezigheid van moederkorenalkaloïden betreft. Daarom kunnen de bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 14, lid 8, van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (4) de nodige maatregelen nemen om beperkingen op te leggen aan het in de handel brengen van levensmiddelen of te eisen dat deze uit de handel worden genomen indien wordt vastgesteld dat deze een onveilige hoeveelheid moederkorenalkaloïden bevatten, al voldoen ze aan de bepalingen.

(4)

Het is noodzakelijk te specificeren in welk handelsstadium de maximumgehalten voor moederkorensclerotiën moeten worden toegepast, omdat reinigen en sorteren de aanwezigheid van moederkorensclerotiën kan reduceren. De maximumgehalten voor moederkorensclerotiën zouden in dezelfde handelsstadia moeten worden toegepast als voor andere mycotoxinen.

(5)

Uit de ervaring met de toepassing van Verordening (EG) nr. 1881/2006 blijkt het passend om het begrip „eerste bewerking” duidelijk te omschrijven, in het bijzonder in de context van geïntegreerde productie- en bewerkingssystemen en met betrekking tot het schuren.

(6)

Het is belangrijk gegevens te verzamelen over de aanwezigheid van moederkorenalkaloïden in granen en graanproducten om het verband tussen de aanwezigheid van moederkorenalkaloïden en moederkorensclerotiën vast te stellen. De bevindingen inzake moederkorenalkaloïden moeten uiterlijk op 30 september 2016 worden gerapporteerd, zodat er geschikte en haalbare maximumgehalten aan moederkorenalkaloïden kunnen worden vastgesteld die een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid bieden.

(7)

Hoewel het van belang is preventieve maatregelen te blijven toepassen om verontreiniging door ochratoxine A te vermijden en te verminderen, is het niet nodig jaarlijks verslag uit te brengen over de bevindingen en de resultaten van het uitgevoerde onderzoek en de voortgang van de toepassing van de preventieve maatregelen. Het is wel gepast de bepalingen betreffende toezicht en rapportage, zoals bedoeld in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1881/2006, bij te werken.

(8)

Verordening (EG) nr. 1881/2006 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1881/2006 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 9 wordt vervangen door:

„Artikel 9

Toezicht en rapportage

1.   De lidstaten monitoren de nitraatgehalten in groenten die hoge gehalten kunnen bevatten, met name groene bladgroenten, en delen de resultaten daarvan regelmatig aan de EFSA mee.

2.   De lidstaten geven de Commissie een samenvatting van de bevindingen over aflatoxinen die overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 884/2014 van de Commissie (5) zijn verkregen en stellen de EFSA in kennis van de afzonderlijke gegevens over het vóórkomen van de verontreinigingen.

3.   De lidstaten en de belanghebbende beroepsorganisaties stellen de Commissie elk jaar in kennis van de resultaten van het uitgevoerde onderzoek en de voortgang van de toepassing van preventieve maatregelen ter voorkoming van verontreiniging door deoxynivalenol, zearalenon, fumonisine B1 en B2, T-2- en HT-2-toxine. De Commissie stelt de resultaten beschikbaar aan de lidstaten. De daarmee verband houdende gegevens over het vóórkomen van de verontreinigingen worden aan de EFSA gerapporteerd.

4.   De lidstaten en de organisaties van belanghebbende beroepsorganisaties wordt ten zeerste aanbevolen om toezicht te houden op de aanwezigheid van moederkorenalkaloïden in granen en graanproducten.

De lidstaten en de belanghebbende beroepsorganisaties wordt ten zeerste aanbevolen uiterlijk op 30 september 2016 aan de EFSA verslag uit te brengen over hun bevindingen inzake moederkorenalkaloïden. Deze bevindingen bevatten ook gegevens over het vóórkomen van moederkorenalkaloïden en specifieke informatie over het verband tussen de aanwezigheid van moederkorensclerotiën en het niveau van specifieke moederkorenalkaloïden.

De Commissie stelt die bevindingen ter beschikking van de lidstaten.

5.   Door de lidstaten en de belanghebbende beroepsorganisaties verzamelde gegevens over het vóórkomen van andere verontreinigingen dan die bedoeld in de leden 1 tot en met 4 kunnen aan de EFSA worden gerapporteerd.

6.   De gegevens over het vóórkomen van de verontreinigingen worden aan de EFSA gerapporteerd in het door de EFSA gevraagde formaat voor de indiening van gegevens en in overeenstemming met de richtsnoeren van de EFSA betreffende de standaardmonsterbeschrijving (Standard Sample Description — SSD) (6) voor levensmiddelen en diervoeders en de aanvullende specifieke rapportagevereisten van de EFSA. De belanghebbende beroepsorganisaties kunnen voor de indiening van gegevens over het vóórkomen van verontreinigingen desgewenst gebruikmaken van een vereenvoudigd door EFSA opgesteld formaat.

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 884/2014 van de Commissie van 13 augustus 2014 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van bepaalde levensmiddelen uit bepaalde derde landen in verband met het risico van verontreiniging met aflatoxinen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1152/2009 (PB L 242 van 14.8.2014, blz. 4)."

(6)  http://www.efsa.europa.eu/en/datex/datexsubmitdata.htm”."

2)

De bijlage wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 oktober 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 37 van 13.2.1993, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).

(3)  EFSA-panel voor contaminanten in de voedselketen (CONTAM); Scientific Opinion on Ergot alkaloids in food and feed. EFSA Journal 2012; 10(7):2798. (158 blz.) doi: 10.2903/j.efsa.2012.2798. Online beschikbaar op: www.efsa.europa.eu/efsajournal

(4)  Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).


BIJLAGE

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In afdeling 2 wordt het volgende punt 2.9 toegevoegd:

„2.9

Moederkorensclerotiën en moederkorenalkaloïden

 

2.9.1.

Moederkorensclerotiën

 

2.9.1.1

Onbewerkte granen (18), met uitzondering van mais en rijst

0,5 g/kg (1)

2.9.2.

Moederkorenalkaloïden (2)

 

2.9.2.1

Onbewerkte granen (18), met uitzondering van mais en rijst

 (3)

2.9.2.2

Maalderijproducten van granen met uitzondering van maalderijproducten van mais en rijst

 (3)

2.9.2.3

Brood (met inbegrip van kleine bakkerijproducten), gebak, koekjes, granensnacks, ontbijtgranen en pasta

 (3)

2.9.2.4

Levenssmiddelen op basis van granen voor zuigelingen en peuters

 (3)

2)

Voetnoot 18 wordt als volgt vervangen:

„(18)

Het maximumgehalte is van toepassing op onbewerkte granen die voor eerste bewerking in de handel worden gebracht.

Onder „eerste bewerking” wordt verstaan eender welke fysieke of thermische behandeling van de graankorrels, met uitzondering van drogen. Reinigen (met inbegrip van schuren), sorteren en drogen wordt niet als een „eerste bewerking” beschouwd aangezien de korrels na het reinigen en sorteren heel blijven.

Schuren is het reinigen van granen door intensief borstelen en/of schrobben.

In geval van aanwezigheid van moederkorensclerotiën moet het graan een eerste reiniging ondergaan voordat het wordt geschuurd. Na het schuren, waarbij tegelijkertijd een stofzuiger wordt gebruikt, passeert het graan langs de kleursorteerder voordat het wordt gemalen.

Geïntegreerde productie- en bewerkingssystemen zijn systemen waarbij alle inkomende partijen graan worden gereinigd, gesorteerd en verwerkt in hetzelfde bedrijf. In dergelijke geïntegreerde productie- en bewerkingssystemen is het maximumgehalte van toepassing op de onbewerkte granen na het reinigen en sorteren maar vóór de eerste bewerking.

De exploitanten van levensmiddelenbedrijven zorgen voor naleving via de HACCP-procedure waarbij een effectieve monitoringprocedure op dit kritieke controlepunt wordt opgesteld en toegepast.”.


(1)  De bemonstering zal overeenkomstig punt B van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 401/2006 van de Commissie (PB L 70 van 9.3.2006, blz. 12) worden uitgevoerd.

De analyse zal aan de hand van microscopisch onderzoek worden verricht.

(2)  In totaal 12 moederkorenalkaloïden: ergocristine/ergocristinine; ergotamine/ergotaminine; ergocryptine/ergocryptinine; ergometrine/ergometrinine; ergosine/ergosinine; ergocornine/ergocorninine.

(3)  Vóór 1 juli 2017 zal worden beoordeeld welke maximumgehalten voor deze levensmiddelencategorieën geschikt en haalbaar zijn om een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid te bieden.”.


Top