EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018R0290

Verordening (EU) 2018/290 van de Commissie van 26 februari 2018 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 wat betreft de maximumgehalten aan vetzuuresters van glycidyl in plantaardige oliën en vetten, volledige zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding en voeding voor medisch gebruik voor zuigelingen en peuters (Voor de EER relevante tekst. )

C/2018/1018

PB L 55 van 27.2.2018, p. 27–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 24/05/2023; stilzwijgende opheffing door 32023R0915

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2018/290/oj

27.2.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 55/27


VERORDENING (EU) 2018/290 VAN DE COMMISSIE

van 26 februari 2018

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 wat betreft de maximumgehalten aan vetzuuresters van glycidyl in plantaardige oliën en vetten, volledige zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding en voeding voor medisch gebruik voor zuigelingen en peuters

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot vaststelling van communautaire procedures inzake verontreinigingen in levensmiddelen (1), en met name artikel 2, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie (2) zijn de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen vastgesteld.

(2)

In mei van 2016 heeft het Wetenschappelijk Panel voor contaminanten in de voedselketen (Contam-panel) van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid („EFSA”) een wetenschappelijk advies uitgebracht over de risico's voor de volksgezondheid in verband met de aanwezigheid van 3- en 2-monochloorpropaandiol (MCPD), en vetzuuresters ervan, en vetzuuresters van glycidyl in levensmiddelen (3).

(3)

Op basis van de geactualiseerde richtsnoeren van haar wetenschappelijk comité over het gebruik van de benchmarkdosisaanpak bij risicobeoordeling (4) heeft de EFSA besloten de beoordeling van 3-MCPD en vetzuuresters ervan te heropenen na een diepgaande analyse van de verschillen van mening over die verontreiniging tussen het Gezamenlijk Comité van deskundigen voor levensmiddelenadditieven van de FAO/WHO (5) en de EFSA. Daarom is het wenselijk om te wachten op de uitkomst van de beoordeling van 3-MCPD en vetzuuresters daarvan alvorens regelgevende maatregelen te nemen.

(4)

Vetzuuresters van glycidyl zijn verontreinigende stoffen in levensmiddelen waarvan de hoogste gehalten worden aangetroffen in geraffineerde plantaardige oliën en vetten. Vetzuuresters van glycidyl worden in het spijsverteringskanaal gehydrolyseerd in glycidol.

(5)

De EFSA is tot de conclusie gekomen dat glycidol een genotoxische en kankerverwekkende verbinding is. Gezien het genotoxische en kankerverwekkende effect van glycidol heeft de EFSA een blootstellingsmargetechniek toegepast. Scenario's van blootstelling voor zuigelingen, peuters en andere kinderen hebben geresulteerd in een blootstellingsmarge van 12 800 tot 4 900, en voor zuigelingen die alleen een volledige zuigelingenvoeding krijgen, in een blootstellingsmarge van circa 5 500 tot 2 100. De EFSA was van mening dat een blootstellingsmarge van minder dan 25 000 een gezondheidsrisico vormt. Daarom is het passend een maximumgehalte vast te stellen voor de aanwezigheid van vetzuuresters van glycidyl in plantaardige oliën en vetten die in de handel worden gebracht voor de eindverbruiker of voor gebruik als ingrediënt in levensmiddelen. Gezien het gezondheidsrisico voor zuigelingen en peuters is het wenselijk een strikter maximumgehalte vast te stellen voor plantaardige oliën en vetten die bestemd zijn voor de vervaardiging van babyvoeding en bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen voor zuigelingen en peuters.

(6)

Om alle mogelijke gezondheidsrisico's voor zuigelingen en peuters uit te sluiten — vooral waar het gaat om de mogelijke blootstelling aan vetzuuresters van glycidyl van zuigelingen die uitsluitend met volledige zuigelingenvoeding worden gevoed — moet een specifiek strikt maximumgehalte voor volledige zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding en voeding voor medisch gebruik voor zuigelingen en peuters worden vastgesteld. Het is echter noodzakelijk dat het gehalte aan vetzuuresters van glycidyl in volledige zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding en voeding voor medisch gebruik voor zuigelingen en peuters verder wordt verlaagd, en daarom moeten de maximumgehalten worden herzien zodra er een betrouwbare analysemethode beschikbaar is om de striktere gehalten te controleren en zo een doeltreffende handhaving van deze gehalten te garanderen.

(7)

De exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten voldoende tijd krijgen om hun productieprocessen aan te passen.

(8)

Verordening (EG) nr. 1881/2006 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Levensmiddelen die zijn opgenomen in de bijlage bij deze verordening en die rechtmatig in de handel zijn gebracht vóór de inwerkingtreding van deze verordening, mogen in de handel blijven 19 september 2018.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 februari 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 37 van 13.2.1993, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).

(3)  Scientific opinion on the risks for human health related to the presence of 3- and 2-monochloropropanediol (MCPD), and their fatty acid esters, and glycidyl fatty acid esters in food; EFSA Journal 2016;14(5): 4426, 159 blz.; doi:10.2903/j.efsa.2016.4426.

(4)  Notulen van de 82e plenaire vergadering van het Wetenschappelijk Comité, gehouden op 13 en 14 februari 2017 (in het Engels). Zie https://www.efsa.europa.eu/sites/default/files/event/170213-m.pdf

(5)  Gezamenlijk Comité van deskundigen voor levensmiddelenadditieven van de FAO/WHO, 83e vergadering, Rome, 8-17 november 2016, samenvatting en conclusies. Zie http://www.fao.org/3/a-bq821e.pdf


BIJLAGE

In de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 wordt afdeling 4: 3-monochloorpropaan-1,2-diol (3-MCPD) vervangen door:

„Afdeling 4: 3-monochloorpropaandiol (3-MCPD) en vetzuuresters van glycidyl

Levensmiddelen (1)

Maximumgehalte

(μg/kg)

4.1.

3-monochloorpropaandiol (3-MCPD)

 

4.1.1.

Gehydrolyseerd plantaardig eiwit (30)

20

4.1.2.

Sojasaus (30)

20

4.2.

Vetzuuresters van glycidyl, uitgedrukt als glycidol

 

4.2.1.

Plantaardige oliën en vetten die in de handel worden gebracht voor de eindverbruiker of voor gebruik als ingrediënt in levensmiddelen met uitzondering van de in punt 4.2.2 bedoelde levensmiddelen

1 000

4.2.2.

Plantaardige oliën en vetten die bestemd zijn voor de vervaardiging van babyvoeding en bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen voor zuigelingen en peuters (3)

500

4.2.3.

Volledige zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding en voeding voor medisch gebruik voor zuigelingen en peuters (poeder) (3) (29)

75 tot en met 30.6.2019

50 vanaf 1.7.2019

4.2.4.

Volledige zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding en voeding voor medisch gebruik voor zuigelingen en peuters (vloeibaar) (3) (29)

10,0 tot en met 30.6.2019

6,0 vanaf 1.7.2019”


Top